From 1 - 10 / 20
  • Categories  

    Deze webservice bevat de terreinruwheid en landgebruik zoals gebruikt in de verschillende AERIUS 2023-producten.

  • Categories  

    De kaart geeft een beeld van de ruimtelijke spreiding van geschikte habitatten voor bestuivers. Omdat sommige bestuivers slechts weinig nodig hebben als leefgebied is momenteel alle groene ruimte aangeduid als potentiële habitat. Om groene ruimtes te bepalen is gebruik gemaakt van de LCEU ecosysteemtypen kaart van het CBS. De kaart is geproduceerd voor de Atlas Natuurlijk Kapitaal door kennisinstituten RIVM en VITO (België).

  • Categories  

    Deze kaart geeft per gridcel van 100 x 100 meter het aantal bijensoorten weer dat er gemiddeld voorkomen. Op basis van waarnemingen is het aantal bijensoorten voor heel Nederland gemodelleerd. Bijen zijn o.a. belangrijk voor de bestuiving van planten.

  • Categories  

    Deze dataset bevat de totale stikstofdepositie voor 2018, 2020, 2025 en 2030 uitgesplitst naar landen, sectoren en sectorgroepen. Het betreft zowel een dataset met gemiddelden per Natura 2000-gebied als een geografisch bestand met waarden per hexagoon. De stikstofdepositie is berekend met AERIUS 2022 op basis van de best beschikbare inzichten omtrent rekenmodellen, emissies en omgevingskenmerken.

  • Categories    

    Regenwormen behoren tot de reuzen van het bodemleven, de zogenoemde macrofauna. In Nederland zijn ongeveer 25 soorten bekend, maar de meeste daarvan worden zelden waargenomen. Enkele soorten komen juist heel veel voor. Regenwormen worden ingedeeld in drie groepen, op grond van hun voedselkeuze, gedrag en voorkomen. Zo zijn er de pendelaars, die diepe verticale gangen maken en plantenresten tot ver in de bodem brengen. Zij vergroten het gehalte aan organische stof, verbeteren de bodemvruchtbaarheid en versterken het vochtregulerende vermogen. Daarnaast zijn er de regenwormen die vlak onder de oppervlakte leven en de soorten die juist dieper in de bodem zitten. De eerste groep composteert plantaardig materiaal en maakt veel stikstof, fosfaat en kalium vrij. De laatste groep bevordert de beluchting en stimuleert de microbiële activiteit in de bodem. Regenwormen zijn gevoelig voor verontreiniging en grondbewerking, zoals ploegen en mestinjectie. Regenwormen spelen door hun gedrag en eigenschappen een belangrijke rol bij de structuurvorming van de bodem. De meeste soorten regenwormen worden aangetroffen bij de melkveehouderij op de kleigronden. Regenwormen zijn cruciaal voor: • nutriëntenhuishouding • bodemstructuur • afbraak en opslag organische stof • opslag en afgifte van water • habitat en biodiversiteit

  • Categories  

    Deze webservice bevat de koppeltabel tussen het hexagonengrid en de 'relevante habitattypen' van de voorgaande release. Voor elk hexagoon binnen een Natura 2000-gebied is in deze dataset vastgelegd welke voor de relevante stikstofgevoelige habitattypen aanwezig zijn. De voorwaarden onder welke een stikstofgevoelig habitattype ook daadwerkelijk relevant wordt bevonden zijn beleidsmatig vastgesteld.

  • Categories  

    Deze webservice bevat de stikstofgevoelige habitattypen uit de voorgaande release binnen een Natura2000-bied die ook daadwerkelijk relevant zijn bevonden voor AERIUS 2022, uitgaande van de beleidsmatig vastgestelde voorwaarden voor relevantie.

  • Categories  

    Deze webservice bevat de stikstofgevoelige habitattypen binnen een Natura2000-bied die ook daadwerkelijk relevant zijn bevonden voor AERIUS 2023, uitgaande van de beleidsmatig vastgestelde voorwaarden voor relevantie.

  • Categories    

    De beschikbaarheid van zoet grond- en oppervlaktewater is van belang voor landbouw, industrie, drinkwater en natuur. Verzilting van het grond- en oppervlaktewater vindt plaats in het kustgebied van Nederland door indringing van zeewater via de grote rivieren en zoute kwel (het omhoog stromen van zout grondwater naar het oppervlak). Het ligt in de verwachting dat door de voorspelde klimaatverandering en toekomstige stijging van de zeespiegel, de zoute kwel en de zoutindringing vanuit de zee zal toenemen en de beschikbaarheid van zoet grond- en oppervlaktewater zal afnemen. Deze factsheet behandelt de beschikbaarheid van zoet grondwater. Grondwater De huidige beschikbaarheid van zoet grondwater in het Nederlandse kustgebied is beperkt door het ondiep voorkomen van zout grondwater. Dit zoute grondwater is ‘oud’ zeewater dat tijdens de Holocene overstromingen van de zee de ondergrond is ingetrokken. Sinds het aanleggen van polders door de mens stroomt dit zoute grondwater weer richting het oppervlak (zoute kwel). Door genoemde processen is de ruimtelijke variatie van het voorkomen van zoet grondwater groot. In de zuidwestelijke delta, en de noordelijke kustgebieden zit het zoute grondwater zeer ondiep (< 5 m-mv) terwijl in west-Nederland het zoute grondwater tussen 25 en 50 m-mv wordt aangetroffen. Onder de duinen worden dikke zoetwaterbellen aangetroffen (tot 100 m) die voor drinkwater worden gebruikt. Onder hoger gelegen zandige kreekruggen komen zoetwaterbellen van 5 tot 25 m dikte waaruit door de landbouw voor beregening wordt onttrokken. De kaart met het grensvlak van 1000 mg/l chloride geeft op landelijks schaal aan tot op welke diepte zoet grondwater wordt aangetroffen en geeft dus een goede indicatie waar zoet grondwater beschikbaar is. De kaart is gebaseerd op een groot aantal metingen maar de ruimtelijke variatie is zo groot dat de kaart niet geschikt is voor gebruik op lokale schaal. Het zoet-brak grondwater grensvlak varieert niet veel in de tijd omdat stromingsprocessen in de ondergrond langzaam gaan. Echter, bij het onttrekken van zoet grondwater in kustgebieden kan bij een te groot onttrekkingsdebiet in korte tijd dieper zout grondwater worden aangetrokken. Dit proces heet zoutwater opkegeling en beperkt de zoetwaterbeschikbaarheid. Onderstaande figuur laat zien dat verzilting van onttrekkingsputten een serieus probleem is. Definities: Chloride is een conservatieve stof die relatief veel bemeten is t.o.v. andere stoffen en is de dominante representant voor het zoutgehalte van water. Definities van zoet, brak en zout water zijn daarom gebaseerd op chloride concentratie. Klasse: Chloride concentratie (mg Cl /l) Zoet: < 1000 Brak: 1000 – 3000 Zout: > 3000

  • Categories  

    Deze dataset bevat de totale stikstofdepositie voor 2020, 2021, 2025 en 2030 uitgesplitst naar landen, sectoren en sectorgroepen. Het betreft zowel een dataset met gemiddelden per Natura 2000-gebied als een geografisch bestand met waarden per hexagoon. De stikstofdepositie is berekend met AERIUS 2023 op basis van de best beschikbare inzichten omtrent rekenmodellen, emissies en omgevingskenmerken.